Sint-Elisabethsvloed

Na de verwoestende Sint-Elisabethsvloeden werd Geertruidenberg omgeven door water. Op deze kaart uit 1560 zien we de stad rechtsonder het kompas.
Bron: Nationaal Archief, Den Haag.

Eigenlijk bestond de Sint-Elisabethsvloed uit een reeks van stormen en overstromingen. Drie heftige stormvloeden in twintig jaar tijd op eenzelfde datum, namelijk 19 november, de dag van de heilige Elisabeth. De eerste was in 1404. Geertruidenberg lag in dat jaar nog veilig achter de dijken van de Grote Waard, maar het water kwam dreigend dichtbij en bleef ook dichtbij, want de in Zeeland en Zuid-Holland geslagen zeegaten slibden niet dicht. Eigenlijk zou men na 1404 met man en macht aan het herstel van de weggeslagen dijken en het verhogen van de bestaande waterkeringen hebben moeten werken, maar de onderlinge verdeeldheid tijdens de Hoekse en Kabeljauwse Twisten ondermijnde dat. Het geld dat nodig was voor de enorme herstelwerkzaamheden kwam onvoldoende bij elkaar. Dit geld moest verdiend worden door de turf- en zoutwinning. Deze winning werd grootschalig uitgevoerd, waardoor grote putten in het veen, binnen en buiten de waard, geslagen werden. Maar het was niet genoeg en de veenputten vormden een dreigend gevaar. De gevolgen van de tweede Sint-Elisabethsvloed in 1421 konden niet uitblijven. De ringdijk brak op twee plaatsen: in het westen tussen Broek en Wieldrecht en in het noorden bij Sleeuwijk. Op deze manier ontstond een nieuwe en sterke doorstroming. Men zag kans de dijken te herstellen, maar een derde vloed in 1424 deed dit werk teniet. De dijken braken nogmaals en het in 1421 ontstane binnenwater groeide uit tot de Biesbosch met een brede monding waar nu het Hollands Diep is. De Grote Waard werd nooit meer in zijn geheel hersteld.
De schade in en rond Geertruidenberg was aanzienlijk. De dijk van de stad naar Drimmelen, Zwaluwe, Strijen en Dordrecht werd tussen Zwaluwe en Strijen weggeslagen, waardoor de landverbinding met Dordrecht verloren ging. Ook de weg naar de Langstraat verdween in de golven. De smalle Donge was herschapen in een binnenzee en twee van de drie bruggen die de stad met het oosten en zuiden verbonden, bleken de storm niet overleefd te hebben. Het herstel daarna beperkte zich tot inpoldering vlakbij de stad. De omgeving van Geertruidenberg bleek voorgoed veranderd.