Opperste eer

Dichtbundel van Juluana de Lannoy.

Dichtbundel van Izaak van Nuijssenburg.
Bron: Universiteitsbibliotheek, Utrecht.

 

Dichtbundel van Juluana de Lannoy. Bron: Universiteitsbibliotheek, Utrecht
Dichtbundel van Juluana de Lannoy.
Bron: Universiteitsbibliotheek, Utrecht

 

Veel poëzie uit de zeventiende en achttiende eeuw valt onder de noemer ‘gelegenheidsgedicht’: bruiloftsverzen, lijkzangen, politieke gebeurtenissen en vaderlandsliefde. Het oranje-boven gevoel en de almacht van God zijn alom aanwezig, ook in het werk van Simon van der Waal, Izaak van Nuijssenburg en Juliana de Lannoy. Vanaf hun samenwerking in het “dichterlijk klaverblad” bereikte hun werk grote hoogte en begon de waardering voor hetgeen ze instuurden naar het Haagse literaire genootschap “Kunstliefde spaart geen vlijt” en het Leidse “Kunst wordt door arbeid verkregen”. In 1772 werd zowel aan Juliana als aan Izaak het honorair lidmaatschap en aan Simon het buitengewoon lidmaatschap van het Haagse genootschap verleend. Ze waren alle drie trots op deze prestatie en roemden elkaars lidmaatschap in hun gedichten.
In 1774 behaalde Simon goud en Juliana zilver (1e en 2e plaats) bij de jaarlijkse beoordeling. In totaal zou Simon driemaal goud behalen (zowel in Den Haag als in Leiden) en werd Juliana eenmaal met goud en driemaal met zilver bekroond (eveneens in Den Haag en Leiden). Izaak kreeg eenmaal een gouden onderscheiding voor zijn gedicht over twee eeuwen Leidse universiteit.
Alle drie schreven niet alleen gedichten, maar ook andere werken. Van de hand van Juliana de Lannoy zijn drie treurspelen bekend. Eén ervan gaat over het beleg van Haarlem, een andere over de zeeslag bij de Doggersbank met een prominente rol voor gezagvoerder Johan Zoutman. Deze treurspelen zijn daadwerkelijk door gerenommeerde toneelgezelschappen opgevoerd en oogsten tijdens haar leven veel lof.
Simon van der Waal schreef over opvoedkunde, hetgeen niet zo verwonderlijk is gezien zijn baan als kostschoolhouder, en over godsdienst, zoals zijn werk “Eere zij Gode, Heil den Volke!”. Izaak van Nuijssenburg schreef als predikant ook over godsdienstige zaken (o.a. “Nederland door vreugde en droefheid tot God geroepen, acht leerredenen”), maar liet zich door de historische stad Geertruidenberg inspireren tot de bestudering van de geschiedenis, waarover hij vervolgens schreef.
De vriendschap tussen Juliana de Lannoy en Simon van der Waal was bijzonder hartelijk en duurde meer dan twintig jaar. Zijn dood sloeg bij haar een “zielewond, waarvoor geen balsem bestaat”, zo schreef ze. De vriendschap van Juliana met Izaak van Nuijssenburg was koeler en duurde maar vier jaar, tot zijn dood in 1775. Gedrieën bereikten ze dichterlijke hoogten, die ze individueel niet haalden. Alle door hen behaalde prijzen stammen uit de periode van het “dichterlijk klaverblad”. Samenwerking en vriendschap bleken vruchtbaar.