Tussen hemel en hel

Marteling van een vrouw die werd verdacht van hekserij.

In Nederland bestaan nu verschillende geloven. Mensen zijn bijvoorbeeld rooms-katholiek, Nederlands hervormd, gereformeerd, moslim of joods. Ieder geloof heeft een eigen kerk en kinderen gaan naar een eigen school. Vroeger was iedereen in Nederland katholiek, ook in Geertruidenberg. Niet iedereen was het eens met hoe het er in die katholieke kerk aan toe ging. Mensen die in 1550 veranderingen in het katholieke geloof wilden, noemde men ketter. Sommige ketters gingen naar de mensen om het nieuwe geloof uit te leggen. Ze preekten in de open lucht. Deze preken noemen we hagepreken. Het was heel gevaarlijk, want zowel de ketter als de toehoorders konden gestraft worden. De bazen van de katholieke kerk wilden die veranderingen niet en ze namen de ketters gevangen. Vaak werden ze gemarteld en gedood. Ze werden opgehangen of levend verbrand op de brandstapel.
De katholieke kerk vervolgde niet alleen ketters. Ook andere mensen werden door de priesters gevangen genomen. Bijvoorbeeld heksen. De priesters dachten dat die vrouwen een verbond met de duivel hadden gesloten en dat ze daarom gedood moesten worden. Een priester uit Duitsland had zelfs een dik boek geschreven over heksen. Daarin stond hoe je een heks kon herkennen. Ze woonde bijvoorbeeld alleen, verzamelde kruiden en had een zwarte kat. Dat ze op een bezemsteel kon vliegen is er later bij verzonnen. Natuurlijk waren die vrouwen geen heksen, maar ze kregen toch van iedereen de schuld over alles wat er misging. Een dood kind, een mislukte oogst, een muizenplaag, een afgebrand huis, een besmettelijke ziekte onder mensen of dieren. “Dat heeft die heks gedaan”, werd dan gezegd. De priester nam haar gevangen en martelde haar net zo lang totdat de vrouw toegaf dat ze inderdaad een heks was. Hoe hij haar moest martelen stond in dat boek over heksen. Daarin stonden ook andere testen die hij kon doen om te zien of de vrouw een heks was. Zo kon hij de waterproef doen. Dan bond hij haar handen en voeten bij elkaar, hing er stenen aan en gooide haar in het water. Als ze bleef drijven, was ze een heks en moest ze gedood worden op de brandstapel. Als ze zonk en verdronk dan was ze geen heks. Een andere test was het wegen van de heks op een grote weegschaal, de waag. De vrouw werd op de waag gezet. Als ze een heks was, woog ze bijna niets. Vrouwen met een normaal gewicht konden dan ook een verklaring krijgen dat ze niet te licht waren bevonden en dus geen heks waren. Als volgens de priesters vaststond dat een vrouw een heks was, belandde ze op de brandstapel.
In Nederland zijn ketters en heksen verbrand. Niet zoveel als in andere landen, maar het gebeurde wel. We weten niet zeker of dat ook in Geertruidenberg zo was. In de oude verslagen staat wel een aantal keren dat mensen tot de dood veroordeeld werden, maar het is niet altijd duidelijk waarom dat dan was. Hadden ze echt iets fout gedaan of waren het ketters of heksen?
De vervolging van ketters en heksen stopte gelukkig. Er kwam een ander geloof (de protestanten) en ook de mensen die wel katholiek bleven, gingen anders erover denken.