Kaartje kopen

Locomotief 1774 bij het station in Geertruidenberg op 28 juli 1950.
Bron: Nederlandse Spoorwegen, foto L. Albers.

Geertruidenberg heeft ooit een echt treinstation gehad. Iedere dag kon je met de trein naar Waalwijk en Den Bosch of de andere kant op naar Made en Lage Zwaluwe en weer terug natuurlijk. In Den Bosch of Zwaluwe kon je overstappen op een trein naar andere steden, zodat je vanuit Geertruidenberg eigenlijk heel Nederland door kon reizen. Als je wilde gaan winkelen of bij familie op bezoek wilde gaan dan ging je met de trein, want de meeste mensen hadden in die tijd nog geen auto.
Voordat de trein er was, kon je met heel veel moeite een reis maken: je moest met de boot of met de postkoets en deed er soms dagen over om ergens te komen. Of later toen er auto’s waren, zou je aan iemand kunnen vragen om je ergens naar toe te rijden, maar dat deed je eigenlijk liever niet, want de auto was toen nog zo duur dat maar heel weinig mensen er een hadden. De trein maakte reizen dus veel gemakkelijker.
Stel dat je in 1950 in Geertruidenberg woonde en dat je met je moeder met de trein naar een tante in Maassluis (tussen Rotterdam en Hoek van Holland) wilde gaan. Dan keek je eerst in het spoorwegboekje hoe laat de trein die dag naar Lage Zwaluwe zou vertrekken, want daar kon je overstappen op de trein naar Schiedam of Barendrecht en daar weer overstappen om naar Maassluis te gaan. In een spoorwegboekje staan allemaal rijtjes met vertrek- en aankomsttijden van de treinen. Het was ingewikkeld om precies te lezen hoe laat je het beste kon vertrekken, vooral als je moest overstappen. Het beste kon je dus gewoon naar het loket in het station gaan om te vragen naar de tijden van de trein. Dan kon je ook alvast je kaartje kopen. Je kon kiezen uit eerste, tweede en derde klasse. Eerste klasse was het duurst en derde klasse het goedkoopst. De treinen van nu hebben alleen nog eerste en tweede klasse. De meeste mensen reisden met de derde klasse, want dat was al duur genoeg voor ze. Zo’n kaartje derde klasse van Geertruidenberg naar Maassluis kostte toen 1,70 gulden (€ 0,77) voor je moeder en 0,85 gulden (€ 0,38) voor jezelf. Kinderen betaalden namelijk de ‘halve prijs’. Even vergelijken: een heel brood kostte 0,17 gulden (€ 0,07) in 1950. Je kon dus voor een dagje met de trein heel wat brood eten, want je moest ook nog een kaartje terug kopen. Retourtjes bestonden nog niet. Je was trouwens ook wel die hele dag onderweg, want erg snel reden de treinen niet. Het waren stoomtreinen met zo’n grote pijp waaruit rook kwam. Als de wind ongunstig was, kregen de passagiers rook en roet in hun gezicht en over hun kleren, want de wagons van de derde klasse hadden niet altijd glas in de ramen. De banken in die derde klasse stonden anders dan we nu gewend zijn. In de wagon waren twee hele lange banken van hout, die met de rug tegen het raam stonden. Aan de ene kant een lange bank en er tegenover aan de andere kant van de wagon ook een lange bank. Als je zat dan keek je naar de overburen of door het raam aan de overkant en je reed voor je gevoel dus niet voor- of achteruit, maar opzij.
Het station van Geertruidenberg is van 1886 tot 1950 gebruikt. Daarna kwamen er geen treinen meer voor personen. Alleen nog maar voor goederen. In 1964 is het station afgebroken. Het stond op de plaats waar nu het Wilhelminaplein is.

 

treinkaartje Maassluis-Geertruidenberg, 1950. Bron: Jan van Velthoven, www.langstraatspoorlijn.nl.
Treinkaartje Maassluis-Geertruidenberg, 1950.
Bron: Jan van Velthoven, www.langstraatspoorlijn.nl.