Marketentster

Een marketentster geeft soldaten wat te drinken. Detail van een schilderij van Anthonie Govaerts, 1827.
Bron: Rijksmuseum, Amsterdam

In 1573 werd Geertruidenberg een garnizoensplaats. Dat is een stad waar soldaten werden ondergebracht. Deze soldaten kregen de opdracht om bepaalde wegen, rivieren of steden te verdedigen als de vijand eraan kwam. De groep soldaten, ook wel compagnie genoemd, bleef niet de hele tijd in Geertruidenberg. Na een paar weken trok de groep naar een andere plaats en in Geertruidenberg kwam een nieuwe compagnie. Soms waren er twee groepen tegelijk in de stad en dan was het wel heel erg druk. Er waren namelijk nog geen kazernes. Dat zijn gebouwen waar de soldaten kunnen wonen. De soldaten werden ondergebracht bij de inwoners thuis. Die kregen hiervoor dan een vergoeding. De soldaten kregen vaak een slaapplaats op zolder, maar dat vonden ze meestal te koud en dan gingen ze klagen dat ze een kamer met een kachel wilden hebben. Sommige inwoners van Geertruidenberg bouwden huisjes in hun tuin voor de soldaten: de soldatenhuisjes. Pas in 1826 kwam er een kazerne, zodat ze voortaan daar konden slapen en eten. Nu is de stad geen garnizoensplaats meer en zijn de militaire gebouwen afgebroken of kregen een andere bestemming.
In de tijd dat er nog geen kazernes waren en de soldaten van garnizoensplaats naar garnizoensplaats trokken, gingen er ook vrouwen mee. Niet als soldaat om te vechten, maar om voor ze te zorgen. Zo’n vrouw heette marketentster of zoetelaarster. Ze was getrouwd met één van de soldaten en zorgde voor eten, drinken en wassen van de kleren.
De gewone soldaten mochten per compagnie maar een paar marketentsters hebben. De officier, dat is het hoofd van de compagnie, mocht zich door meer bedienden laten verzorgen. Zo waren er in het Franse leger bijvoorbeeld hoge officieren van adel die een hele stoet van bedienden, koks en zelfs kappers bij zich hadden. Napoleon maakte in 1800 hieraan een einde. Alleen de marketentsters mochten van hem voor de soldaten en de officieren zorgen.
Ook in Geertruidenberg kwam de marketentster mee met de compagnie en bleef ook in de stad voor de groep zorgen. Zelfs toen er een kazerne was. Pas na 1900 schafte het leger de marketentsters af, omdat ze eigen keukens en kantines gingen gebruiken. Als mensen oorlogen van vroeger naspelen met oude kostuums zie je ook altijd de marketentster erbij. Je herkent haar vaak aan het vaatje met drank dat ze bij zich heeft.