Vervolging

Joden in Nederland op de vlucht.
Bron: Noordhoff Uitgevers, www.docukit.nl.

In 1940 woonden in Nederland ongeveer 140.000 Joden op een bevolkingsaantal van negen miljoen inwoners. De meeste Joden woonden in de grote steden, maar ook in kleinere plaatsen woonden en werkten ze. Vaak al generaties lang. Gedurende de oorlog werden ze door de Nazi’s opgepakt en naar kampen vervoerd om daar omgebracht te worden. Vanuit de Nederlandse kampen Westerbork en Vught zijn 107.000 Joden op transport gesteld naar concentratiekampen in Duitsland en Polen, waar ze onder erbarmelijke omstandigheden te werk werden gesteld of werden vermoord. De bekendste kampen waren Auschwitz, Teresienstadt, Treblinka en Sobibor. Behalve Joden vervoerden de Duitsers ook Sinti, Roma, politieke gevangenen, verzetsmensen, homoseksuelen en Jehova’s getuigen naar de concentratiekampen. Ongeveer 5.500 Joden overleefden de kampen.
Zo’n 25.000 Nederlandse Joden doken onder. Een derde van hen werd alsnog opgepakt en gedood.
In de regio rond Oosterhout, waaronder ook Geertruidenberg, woonden tijdens de Tweede Wereldoorlog 250 Joden. Van hen overleefden slechts tien de vervolging. De namen van de slachtoffers staan op een gedenkplaat op de joodse begraafplaats in Oosterhout.
In 1941 woonden in Geertruidenberg nog veertien Joden. Twee van hen stierven vlak na de telling, zodat er twaalf overbleven. Leden van het gezin Kooperberg doken onder en zij overleefden als enige van de Geertruidenbergse Joden de oorlog. De anderen werden opgepakt, naar kamp Vught gebracht en vervolgens per trein naar Polen getransporteerd. Daar stierven ze in de concentratiekampen Auschwitz en Sobibor. 

Een overzicht van de joodse inwoners van Geertruidenberg door de jaren heen:

1361 Hans de Jood, vermoedelijk geldwisselaar.
1680 Michiel Worms, bank van lening.
1794 Simon Abrahams, slager.
1814 David Simons, koopman, geboren in Waspik in 1777 als zoon van Simon Simons en Cornelia Abrahams.David trouwde met Antje Marcus uit Arnhem. Ze gingen in 1808 in de Brandestraat (B.11 en B.12) wonen en kregen acht kinderen: Simon, Maurits, Samuel, Cornelia, Levi, Eli, Isaak en Abraham.
1809 M. van Dam, knecht van David Simons.
1810 Salomon Kalker, slager, geboren in 1771 in Amsterdam.Salomon trouwde met Sara Hertog uit Woudrichem. Ze gingen in de Koestraat wonen (B.61, later B.68) en kregen twaalf kinderen: Simon Salomon, Heijman (Herman), Simon Joseph, Lion, Levie, Nathan, Simon, Abraham, Isaac, Jacob, Judie en Mozes Simon.
1826 Jacob Emanuel Polak, onderwijzer, gehuwd met Clara van Munden.De vader van Clara, Salomon van Munden, kwam vanuit Bergen op Zoom in 1828 bij zijn schoonzoon en dochter in Geertruidenberg wonen.
1830 Meijer Tat.Simon Simons met gezin.Eli Simons met gezin.Salomon Kalker met gezin.
1852 Herman Kalker wordt kerkmeester als opvolger van zijn vader Salomon die dan 80 jaar is en zo goed als blind. Hoewel de joden dan nog geen eigen kerkgebouw hebben, wijzen ze wel altijd iemand vanuit hun midden aan die verantwoordelijk is voor het goed naleven van de joodse gebruiken.
1860 Jacob Joseph Polak, koopman, geboren in Gorinchem in 1835. Hij trouwde met Hendrijntje den Hartog uit Ridderkerk en ging in 1860 op het adres Brandestraat 10 wonen.
1873 Herman Kalker overlijdt en wordt als kerkmeester opgevolgd door zijn broer Jacob.
1875 De synagoge wordt in gebruik genomen.
1905 Heijman Kalker, zoon van Mozes Kalker en kleinzoon van Salomon Kalker, genoemd als kerkmeester.
1910 Mozes Kooperberg, veehandelaar, zoon van Philip Kooperberg uit Raamsdonksveer (manufacturenwinkel) vestigt zich na zijn huwelijk met Magdalena Kalker in de Koestraat. Er zijn zes kinderen bekend: Bethrina, Jet, Beb, Trijntje, Aaltje en Jaap.
1914 Koperen bruiloft van Heijman Kalker en Louise Kalker-Kalker. Het echtpaar had geen kinderen.
1926 Zilveren bruiloft van Heijman Kalker en Louise Kalker-Kalker. Burgemeester en wethouders komen het paar gelukwensen.
1932 Voorzanger Jacob Goetman overlijdt.
1933 Heijman Kalker overlijdt.
1942 Overlijden op 23 november 1942 in Auschwitz van Jenneke Hakkert en Jet Kooperberg.
1943 Overlijden op 14 mei 1943 in Sobibor van Salomon Kalker, Sofia Kalker, Rieke ten Brink de Bruin-Kalker en Bethrina Kooperberg. De broers en zussen Kalker woonden op het adres Stationsweg 5.
1943 Overlijden op 21 mei 1943 in Sobibor van Aaltje Bierman-Kooperberg.
1945 Mozes Kooperberg en Magdalena Kooperberg-Kalker overleven de oorlog met drie van hun kinderen.
1954 Jaap Kooperberg, Koestraat 34, trouwt in Haaksbergen met Jo Franken.
1972 Jaap Kooperberg sterft in Oosterhout.


Vanaf 1619 werden Joden als aan Nederlanders gelijke burgers beschouwd door de Staten van Holland. In dat jaar bepaalden deze namelijk dat de Joden hun geloof mochten belijden, zoals andere niet-protestanten. Dat wil zeggen zonder enig uiterlijk vertoon.

Op 2 september 1796, anderhalf jaar na de vestiging van de Bataafse Republiek, was Nederland het eerste land na Frankrijk dat de Joden volledige burgerlijke gelijkstelling verleende. Het zou het enige land in Europa zijn waar ze nooit meer aan beperkingen werden onderworpen. Hoewel ze nog steeds hun eigen gebruiken, eetvoorschriften en taal hadden, raakte de joodse identiteit steeds meer op de achtergrond. Ze werden gewone inwoners van ons land en van onze steden. Pas met het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werden de Nederlanders zich bewust van de andere achtergrond van sommige van hun plaatsgenoten.