Viswijf

Vrouwelijke visverkopers: de viswijven.
Bron: www.geheugenvannederland.nl

Tussen 1421 en 1880 werd in de Biesbosch heel veel gevist door vissers uit Geertruidenberg. De belangrijkste soorten vis waren zalm, elft en steur. Dit waren hele grote vissen, die meer dan een meter lang konden worden. Ze werden gegeten door rijke mensen. De gewone burgers konden deze dure vissen niet betalen. Ook de vissers zelf niet, want het geld dat de verkoop van de vis opbracht, kwam niet bij hen terecht, maar bij het stadsbestuur en de vishandelaren. Het stadsbestuur gebruikte dit geld om de stad mooier te maken. De oude waterpompen op de Markt zijn bijvoorbeeld met de winst op de visserij betaald. Maar hier had de visser natuurlijk niets aan. Hij verdiende maar heel weinig en zijn hele gezin moest daarom meewerken. De kinderen gingen al naar school, maar bleven thuis als ze dat voor het werk nodig was. De jongens mochten vanaf hun zevende mee het water op. De andere kinderen werkten aan klusjes op de wal, zoals het repareren van de netten. Vaak ving de visser ook andere vissen dan zalm. Deze kleinere vissen at het gezin zelf op of werden door de vrouw van de visser verkocht op de markt. Nu kwam het regelmatig voor dat de vissersvrouwen op de markt ruzie maakten over de prijs die voor de vis betaald moest worden. De uitdrukking “schelden als een viswijf” komt hier vandaan.
Een visser had extra pech als de netten kapot gemaakt waren. Dit gebeurde nogal eens door zeehonden die de gevangen vis in de netten een gemakkelijke prooi vonden. De zeehonden zwommen vanaf de zee naar de Biesbosch en aten hun buikje vol. Als iemand een zeehond doodmaakte, kreeg hij hiervoor geen straf. Juist het tegenovergestelde. Voor iedere dode zeehond kreeg men drie gulden als beloning. In 1615 werden zo vijftien zeehonden gevangen en gedood. Later kwamen er twee jagers, speciaal om op zeehonden te jagen. Nu gebeurt dat natuurlijk niet meer. Maar het vissen als beroep en de vismarkt met de gillende viswijven zijn er in Geertruidenberg ook niet meer. Het enige waar we nog een beetje aan kunnen zien dat vis voor de stad heel belangrijk was, is de fraaie vishal in de Vismarktstraat.