Bij groentezouterij Firma Spyer Brothers, ook wel “de Juin” genoemd, werden tijdens de Eerste Wereldoorlog grote hoeveelheden groenten ingezouten voor de oorlogvoerende landen.
Bron: Oudheidkundige Kring ‘Geertruydenberghe’.
De Eerste Wereldoorlog zorgde voor een ernstige ontwrichting van de economie. Gebrek aan grondstoffen en afzetmogelijkheden, alsmede drastische daling van de koopkracht, veroorzaakten moeilijkheden waarmee Bergse ondernemers te kampen hadden. Sommige bedrijven konden profiteren van de omstandigheden. Vanwege het tekort aan steenkool nam het belang van elektriciteit toe, waardoor de centrale aan de Oosterhoutseweg in Raamsdonksveer tot 1919 zelfs winst kon maken. Vanaf 1920 nam de Dongecentrale in Geertruidenberg de opwekking van elektriciteit over. Ook de groentezouterij van de gebroeders Spyer draaide goed. Bij deze ‘juinfabriek’ werden grote hoeveelheden groenten ingezouten en naar de oorlogvoerende landen verzonden. Spyer huurde zelfs een deel van het stationsterrein van de NS om alle vaten te kunnen opslaan en er kwam een speciale spoorlijn naar de fabriek. Met de komst van grote aantallen vluchtelingen en militairen in 1914 en 1915 naar Geertruidenberg wisten ook de middenstanders meer omzet te draaien.
De periode van de Eerste Wereldoorlog was niet alleen een tijd van gevechten en van schaarste. Het waren ook jaren van ingrijpende politieke veranderingen. Zo werd in 1917 het algemeen mannenkiesrecht in Nederland ingevoerd. Tot dan konden alleen mannen uit een bepaalde inkomensklasse stemmen. Toen de oorlog ten einde liep, volgde in 1919 het algemeen vrouwenkiesrecht. Vanaf toen was Nederland een volledig democratisch land: iedere volwassen man en vrouw kon zijn of haar stem uitbrengen bij de verkiezingen.
In de Eerste Wereldoorlog werd om bezuinigingsredenen voor het eerst de zomertijd van kracht. Na de oorlog bleef de zomertijd bestaan tot na de Tweede Wereldoorlog in 1945 om in 1977 opnieuw ingevoerd te worden.