Situering van het kasteel.
Bron: Tekening Arie Stekelenburg en Bas Zijlmans.
Het kasteel van Geertruidenberg zal qua vorm en grootte niet veel afgeweken hebben van de toen gangbare Hollandse kastelen. Namelijk een omgracht vierkant gebouwencomplex met een versterkte voorburcht en twee tot vier torens. Als aanvulling op het archeologische onderzoek bij het Wilhelminaplein in 2002 is in 2006 een grondradar-onderzoek uitgevoerd en de resultaten daarvan wijzen inderdaad op een vierkant kasteel. Uit schriftelijke bronnen blijkt dat in 1352 het complex omsloten was door twee natte grachten en een verdedigingswal. De voorburcht stond op deze wal tussen de grachten en was door middel van een vaste brug met de stad verbonden. Tussen de hoofdburcht en de voorburcht was de binnengracht met daarover een ophaalbrug. De toegangsweg vanuit de stad naar de voorburcht liep vanuit de Koestraat en de Borchtstraat langs de achtererven van de huizen aan de zuidzijde van de Markt, maar later is een kortere verbinding vanaf de Markt met het kasteel gemaakt via de Nieuwe Borchtstraat (nu Papenstraat). Rekeningen met betrekking tot levering van bouwmateriaal voor reparaties geven een indruk van de inrichting van het kasteel. Het was gebouwd van hout, baksteen en natuursteen en de daken waren gedekt met leien en riet. Binnen de hoofdburcht was een binnenplaats met galerij, een opgaande trap van hardsteen naar een hoge zaal en een oude zaal. Verder is sprake van een stal, een portaal, een keuken, een brouwhuis, een gevangenis, een kapel en verschillende kamers waaronder een kleedkamer. Over de aankleding is weinig bekend, behalve dan dat er sprake was van gebrandschilderde glas-in-loodramen en van een stenen leeuw op console vóór het portaal. De vertrekken in de voorburcht waren gereserveerd voor de graaf. De missen in de kapel werden gelezen door één van de kapittelheren van de kerk in Geertruidenberg op kosten van de graaf. In 1346 bepaalde Willem van Duvenvoorde, de door de graaf aangestelde kasteelheer, dat één van de vijf priesters van de kerk van Raamsdonk in Geertruidenberg moest wonen om in de kapel van het kasteel de missen op te dragen. Overigens verbleef Willem van Duvenvoorde zelf zelden op het kasteel. Hij gaf de voorkeur aan zijn Huis ten Strijen in Oosterhout.
De Slotbossetoren in Oosterhout is alles was nog rest van het Huis ten Strijen,
het kasteel van Willem van Duvenvoorde.
Bron: foto Jan van Gils.