De steden in het huidige Noord-Brabant en het jaar waarin zij stadsrechten kregen.
Bron: www.thuisinbrabant.nl
Vanaf ongeveer 1100 trad verstedelijking van het zuiden van Nederland op. De steden ontstonden onder invloed van toenemende handelsbetrekkingen en lagen doorgaans op belangrijke knooppunten van die tijd, zoals aan rivieren of landwegen. De hertog van Brabant wilde uiteraard zijn gezag ook over de groeiende steden blijven uitoefenen en hij gaf deze plaatsen bepaalde rechten, zodat ze zich aan hem gebonden voelden. Onder Brabant vielen toen zowel het huidige Nederlandse Noord-Brabant en delen van Limburg als het Belgische Vlaams en Waals-Brabant en Oost-Vlaanderen. Het zwaartepunt van het oude hertogdom Brabant lag bij de Belgische steden Brussel en Mechelen. De eerste Noord-Brabantse plaats die stadsrechten kreeg van de hertog was ’s-Hertogenbosch (het bos van de hertog). De graaf van Holland vond het niet prettig dat de Brabantse hertog zo dichtbij zijn invloed kenbaar maakte. Daarom ging ook de graaf van Holland over tot het verlenen van stadsrechten en uiteraard het eerst in gebieden die dichtbij Brabant lagen om zo de hertog te laten zien waar de grenzen lagen. De eerste stad die van de graaf van Holland stadsrechten kreeg, was Geertruidenberg in 1213. In 1220 volgde Dordrecht. De inwoners van Geertruidenberg profiteerden van de verleende rechten. De handel nam enorm toe, omdat de graaf de inwoners vrijheid van te betalen tol verleende en tegelijk de verplichting invoerde dat bepaalde goederen alleen in Geertruidenberg verhandeld mochten worden.
Op deze manier kon Geertruidenberg uitgroeien tot een regionaal centrum en een belangrijke Hollandse stad, die samen met andere steden in het graafschap inspraak had in het bestuur van het hele gebied. Diverse keren kwamen vertegenwoordigers van de Hollandse steden in Geertruidenberg bij elkaar. De graaf bouwde in Geertruidenberg een eigen huis, maar bezat ook dergelijke huizen in andere steden. Het zwaartepunt van het graafschap Holland verschoof echter naar het noorden, zodat het belang van Geertruidenberg sterk afnam. Tot 1813 bleef Geertruidenberg bij Holland behoren. In dat jaar werden de provinciale grenzen opnieuw vastgesteld. Geertruidenberg, Hollands oudste stad, was voortaan Brabants.