Rechten en plichten

Een gedeelte van de door Willem I aan Geertruidenberg verleende rechten in een kopie uit 1324.
Bron: Nationaal Archief, Den Haag

De beschrijving van de rechten die graaf Willem I van Holland in 1213 aan ‘Berg Sint Gertrudis’ schonk, is niet in de originele staat bewaard gebleven. In 1275 bleek het document zodanig versleten te zijn, dat graaf Floris V een kopie liet maken. Maar ook deze kopie is in de loop van de tijd verloren gegaan. In 1321 en 1324 werden opnieuw afschriften gemaakt. Dat van 1324 bevindt zich in het Nationaal Archief in Den Haag. Al verschillende malen hebben deskundigen naar dit document gekeken. De algemene opvatting is dat het taalgebruik en de rechtshistorische inhoud de echtheid ervan bevestigen en dat het stuk volkomen past bij het begin van de dertiende eeuw.
Het document is in het Latijn geschreven in Geertruidenberg door kapelaan Henricus, die als klerk optrad. Het is niet duidelijk of de graaf zelf in 1213 bij de ondertekening aanwezig was, omdat de aangehangen zegels met het originele stuk verloren zijn gegaan. Wel worden de getuigen met name genoemd. Zij waren vazallen die namens de graaf een eigen gebied bestuurden, zoals Hugo van Voorne, Jan van Heusden, Gerard van Wieldrecht en Hugo van Strijen. Andere namen van ondertekenaars verwijzen naar verbindingen met de abdij van Thorn: Godfried advocaat van Baarle en Jan van Gilze. Verder bevonden zich ook vertrouwelingen van Willem I onder de getuigen: Dirk Both (genoemd als Theodoricus Buth) en Willem van Teylingen.
In het stuk worden niet alleen de rechten van de inwoners van Geertruidenberg opgesomd, maar ook de verplichtingen ten opzichte van de graaf.
De rechten hebben betrekking op de vrijheid van de burgers, de tolvrijheid in het graafschap en in de handel met de Brabantse stad ’s-Hertogenbosch, het houden van drie jaarmarkten, de afbakening van het grondgebied (inclusief bossen tussen Steelhoven en Oosterhout, veen tussen Steelhoven en Standhazen en het weidegebied waar nu Made is) en het verlof om zich naar markten elders in Holland te begeven.
De plichten bestaan uit het mee ten strijde trekken met de graaf, het meebetalen aan reizen van de graaf naar het hof van de Duitse keizer, het betalen aan de graaf van tweederde deel van alle geheven boetes, het verplicht kopen en verkopen van vee op de markt in Geertruidenberg, het hanteren van de juiste maten en gewichten en het betalen van leges aan de graaf voor het bouwen van huizen binnen de stad.