Schout bij nacht

Het portret van Johan Arnold Zoutman. Schilderij van August Christian Hauck, 1770.
Bron: Rijksmuseum, Amsterdam.

 

Portret van de vrouw van Johan Arnold Zoutman, Adriana Johanna van Heusden. Schilderij van August Christian Hauck, 1770. Bron: Rijksmuseum, Amsterdam.
Portret van de vrouw van Johan Arnold Zoutman, Adriana Johanna van Heusden.
Schilderij van August Christian Hauck, 1770.
Bron: Rijksmuseum, Amsterdam.

De beroemdste militair die in Geertruidenberg begraven ligt, is schout-bij-nacht Johan Arnold Zoutman. Hij was getrouwd met Adriana Johanna van Heusden, dochter van de rentmeester van de Nassause Domeinen in het kwartier Geertruidenberg. Na zijn dood werd Zoutman bijgezet in het familiegraf van de Van Heusdens in de Geertruidskerk, hoewel hij zelf nooit in Geertruidenberg woonde en er wellicht alleen op familiebezoek kwam. Op initiatief van de Bergse afdeling van de Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen werd in 1846, 53 jaar na zijn dood, een gedenkteken in de Geertruidskerk onthuld door dominee Barend Glasius. Die onthulling vond plaats in een tijd dat Nederland, na de afscheiding van België, behoefte had aan helden om de eigen identiteit te benadrukken. België zocht zijn helden vooral in de Middeleeuwen, terwijl Nederland veelal zeehelden, dichters en schilders uit de Gouden Eeuw uitkoos. Rond deze personen werden de meest prachtige verhalen gesponnen. In dit kader werd Johan Arnold Zoutman overdreven opgehemeld als zeeheld en door de Bergenaren letterlijk op een voetstuk gezet. Te midden van het geweld van Michiel de Ruyter, Maarten Tromp, Piet Hein en Witte de With had Geertruidenberg ook een zeeheld, zo vond men toen.
Zoutman was bevelhebber van de Nederlandse vloot tijdens de Vierde Engels-Nederlandse Oorlog en de slag bij de Doggersbank op 5 augustus 1781. Deze slag werd door de Nederlanders opgeblazen als zijnde een geweldige overwinning, maar eigenlijk was het meer een remise tijdens een toevallige ontmoeting van Britse en Nederlandse schepen. In ieder geval ontving Zoutman uit handen van stadhouder Willem V een speciaal voor deze gelegenheid ingestelde onderscheiding: de Doggersbank-medaille.
Johan Arnold Zoutman heeft in Geertruidenberg niet alleen een grafmonument gekregen, er is ook een straat naar hem genoemd. In Den Haag (waar hij in zijn laatste levensjaren woonde), Rotterdam, Gouda, Alphen aan den Rijn, Noordwijk, IJmuiden, Maasdijk en Dordrecht zijn eveneens Zoutmanstraten. In Den Haag bevinden zich de Zoutmanpanden aan de Prinsegracht en in Gouda is behalve de straat ook nog een Zoutmanplein. In Reeuwijk, zijn geboorteplaats, is een industrieterrein naar hem vernoemd. En op Aruba tenslotte heeft aan de Paardenbaai een fort de naam Fort Zoutman gekregen.