Stamboom van een adellijke familie met naast de boom de ouders, op de onderste takken de kinderen, daarboven de kleinkinderen en helemaal bovenaan de gestorven kinderen. Miniatuur uit 1471.
Bron: Nationale Bibibliotheek van Frankrijk, Parijs.
De Hoekse en Kabeljauwse Twisten duurden 140 jaar en gingen eigenlijk over ingewikkelde familiekwesties en wie binnen de familie de meeste macht had. Natuurlijk betrof het wel een belangrijke familie, namelijk die van de graven van Holland. De Hollandse graven en gravinnen waren steeds getrouwd met nóg belangrijkere mensen, bijvoorbeeld met de koning van Engeland of zelfs met de Duitse keizer. Liefde kwam er niet bij kijken als ze gingen trouwen. Het ging om invloed, macht en natuurlijk rijkdom. De problemen ontstonden toen graaf Willem IV in 1345 stierf zonder dat hij kinderen had. Zijn zus Margaretha, die getrouwd was met de Duitse keizer Lodewijk, zie toen: “Nu ben ik de baas”. Margaretha en Lodewijk hadden een zoon Willem. Willem was nog jong, maar hij vond best dat hij ook de baas kon zijn. De Hollandse ridders kozen de kant van Margaretha of de kant van Willem. Als je voor Margaretha was dan was je Hoeks en als je voor Willem was dan was je Kabeljauws. Daar kwam oorlog van. De legers van de moeder tegen de legers van de zoon. Het probleem over wie nu eigenlijk de baas was, werd opgelost toen moeder Margaretha stierf. Willem ging zichzelf Willem V noemen. Maar nu kwam zijn broer Albrecht op het idee dat Willem helemaal niet de baas was, maar dat hij dat zelf was. En toen Albrecht en Willem gestorven waren, gingen de kinderen en weer later ook de kleinkinderen van Albrecht verder met ruzie maken. Twee van hen waren het felst: zoon Jan en zijn nichtje, de kleindochter Jacoba. Jan was van de kant van de Kabeljauwen en Jacoba van de Hoeken. Ja, en als twee honden vechten om één been gaat een derde ermee heen. Zo was het bij deze familie ook. Uiteindelijk won Filips, een andere kleinzoon.
Voor de gewone mensen in Geertruidenberg waren deze ruzies heel vervelend. Eigenlijk hadden zij niks met die familietoestand te maken. Ze wilden gewoon hun dagelijkse dingen doen, maar dat lukte helaas niet altijd, omdat er soms gevochten werd. In 1420 was de situatie in Geertruidenberg erg spannend. Het bestuur van Geertruidenberg had de kant gekozen van de Hoeken en de stad Dordrecht die van de Kabeljauwen. De soldaten van Dordrecht kwamen naar Geertruidenberg. Het kasteel werd belegerd, de stad stond in brand en de kerktoren was kapotgeschoten. De Kabeljauwen wonnen. Pas in 1490 werd het weer rustig en was de ruzie voorbij.
Als we het hebben over een ruzie die heel lang duurt, zeggen we nu nog steeds: “het lijkt wel op de Hoekse en Kabeljauwse Twisten”.