Uitvinding

De fabriek in Geertruidenberg waar van bieten suiker werd gemaakt. Het was de Beetwortelfabriek Heere & Co, door de inwoners van Geertruidenberg ook wel “de Suiker” genoemd.
Bron: Oudheidkundige Kring ‘Geertruydenberghe’.

Rond 1900 veranderde er heel veel in Nederland en natuurlijk ook in Geertruidenberg. Er kwamen fabrieken met hoge schoorstenen. Dat waren grote gebouwen, waarin machines stonden. Die machines draaiden op stoom. Misschien ken je de fluitketel om thuis water te koken. Als het water kookt, ontsnapt de stoom en daardoor gaat de ketel fluiten. Zo werkten in feite ook de machines in die eerste fabrieken. Door de kracht van de stoom konden deze draaien. Tot dan werkten de mensen meestal thuis. Ze deden alles met de hand en met hun eigen spierkracht. Nu moesten ze, samen met heel veel andere arbeiders, hun geld in de fabrieken gaan verdienen. De uitvinding van de stoommachine zorgde dus voor een enorme verandering, die we ook wel de industriële revolutie noemen.
De omstandigheden in Geertruidenberg waren gunstig voor de fabrieken, omdat de stad aan het water, aan het treinspoor en aan wegen lag. De steenkool om de stoommachines te laten draaien en de grondstoffen (het materiaal dat nodig was om de spullen te maken) konden gemakkelijk aangevoerd worden. De producten die de arbeiders in de fabriek maakten, konden ook weer gemakkelijk naar plaatsen gebracht worden waar ze verkocht werden. De eerste fabriek in Geertruidenberg was die van Heere & Co. Daar werd van bieten suiker gemaakt. Daarna kwamen een energiecentrale, een steenfabriek, een tegelfabriek, een aardewerkfabriek, een aantal drukkerijen, een houtfabriek, een tankfabriek, vier machinefabrieken, een uienfabriek, een veevoerfabriek, een sigarenfabriek, een oliefabriek, een scheepswerf, een metaalbewerkingsbedrijf en een chemische fabriek. Op een gegeven moment was Geertruidenberg één van de plaatsen in Noord-Brabant met de meeste industrie, maar daar kwam verandering in en nu zijn veel van deze bedrijven gestopt of hebben ergens anders een fabriek. Natuurlijk werken ze niet meer op stoom, maar op elektriciteit.
De stoommachine zorgde er dus voor dat de mensen in Nederland een heel ander leven kregen. Dat geldt ook voor andere uitvindingen, die allemaal in de periode rond 1900 plaatsvonden: trein (1839), fotocamera (1839), typemachine (1867), telefoon (1871), fiets (1890), auto (1895), film (1900), vliegtuig (1910) en computer (1953). Een gek leven hadden de Bergse kinderen in 1900 eigenlijk, zonder al deze dingen die wij zo gewoon vinden.

Wil je meer weten over stoommachines en over het werken in een fabriek klik dan hier.