Het schoolplein van de katholieke jongensschool St. Antonius in de Koestraat. Deze school heeft van 1918 tot 1979 dienst gedaan.
1311 | Theodoricus Volucris (Voghels), scholaster van de Latijnse school. |
1326 | Latijnse school krijgt een tweede schoolmeester erbij, Wilhelmus. |
1461 | Jan Wouter Weselszoon, schoolmeester. Salaris 17 pond en 4 stuivers per jaar plus schoolgeld per kind. Stad verlangt inspraak in de aanstelling van schoolmeesters, omdat de stad de kosten van de school en het salaris van de meester betaalt. |
1462 | De straat achter de Geertruidskerk wordt Scoelstrate (Schoolstraat) genoemd naar de Latijnse school die zich hier bevond. |
1490 | Particuliere scholen worden ‘bijscholen’ genoemd en moeten van het stadsbestuur aan bepaalde voorwaarden voldoen, waaronder de eis dat de schoolmeester de kinderen opvoedt in tucht, gehoorzaamheid, deugd, geleerdheid en de “vreze Gods”. |
1527 | Cornelis Guarini, rector Latijnse school. Geestelijke, verbonden aan de kerk, maar door de stad betaald. |
1577 | Er is sprake van een Latijnse school en een Franse school. |
1559 | Melding van het bestaan van een aparte meisjesschool. De stad betaalt voor het onderhoud van het gebouw en voor de onderwijzeres. |
1593 | Gerart Verschuyr uit Utrecht aangesteld als rector. Salaris 150 Caroliguldens per jaar, een vrije woning, 80 tonnen turf en per kind 24 stuivers. |
1595 | Pieter Verwilt, tweede schoolmeester. |
1596 | Gerart Verschuyr richt samen met zijn vrouw een Franse school op voor meisjes, waarover mevrouw Verschuyr de scepter zwaait. Vakken: Frans, rekenen, cijferen, breien en naaien. |
1620 | Latijnse school wordt voortaan “Hoge Stadsschool” genoemd. |
1620 | Arthus van de Velde, rector Hoge Stadsschool, start een Franse school in het pand Elfhuizen 7 (De Schenckkan). |
1634 | Daniel van de Velde, opperschoolmeester Hoge Stadsschool en tevens voorlezer in de kerk. De school telt 164 leerlingen, zowel uit de stad als kostschoolkinderen.Vakken op de Stadsschool: Frans, Duits, lezen, schrijven, rekenen, cijferen, boekhouden, christelijke religie, goede zeden en manieren. |
1681 | De kapel van het voormalige Gasthuis wordt ingericht tot school voor weeskinderen, bekostigd door de Stedelijke Godshuizen. |
1765 | Simon van der Waal, rector Franse school en kostschool.30 kostschoolkinderen. De Franse school verhuist naar Markt 3. |
1806 | Algemene Onderwijswet wordt van kracht. Godsdienstonderricht krijgt neutrale christelijke grondslag. Specifiek godsdienstonderwijs dient buiten de school gegeven te worden. Alle scholen zijn openbare scholen, ondersteund door de overheid. Uitzonderingen zijn toegestaan voor scholen 1e klas (toebehorend aan een zedelijk lichaam, zoals diaconie, godshuizen, weeshuizen of de Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen) en scholen 2e klas (particuliere scholen, zoals katholieke en protestantse scholen). |
1822 | Oprichting Franse dag- en kostschool voor meisjes met ongeveer twintig leerlingen. Deze school wordt in 1854 een openbare lagere meisjesschool en is in 1883 opgeheven. |
1842 | Stichting van een bewaarschool door de Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen in het pand Brandestraat 8. |
1843 | De katholieke zusters van de Congregatie Zusters van Liefde beginnen een zondagsschool en een bewaarschool in een woonhuis in de Koestraat. |
1844 | De katholieke zusters beginnen een handwerkschool. |
1853 | Bouw van een nieuwe openbare lagere school met vier lokalen achter de kapel van het voormalige Gasthuis aan de Markt met onderwijzerswoning (Markt 50), betaald door de Stedelijke Godshuizen. |
1858 | Nuts bewaarschool wordt protestantse bewaarschool. |
1861 | De katholieke zusters beginnen een kostschool voor schipperskinderen. Deze kostschool heeft tot 1953 bestaan. |
1883 | Oprichting van een Rijksnormaalschool (kweekschool). Deze school wordt in 1915 weer opgeheven. |
1894 | Oprichting van een tekenschool, betaald door de Stedelijke Godshuizen. |
1900 | Op de tekenschool wordt onderricht gegeven in bouwkundig tekenen, in 1907 aangevuld met machinetekenen. In 1934 stopt het tekenonderwijs. |
1901 | De katholieke zusters openen de meisjesschool St. Jan voor lager en kleuteronderwijs in de Koestraat. |
1918 | In de Koestraat wordt de katholieke jongensschool St. Antonius voor lager onderwijs geopend. |
1947 | Start ambachtsschool in de Havenkazerne. |
1959 | Nieuwe ambachtsschool, LTS, geopend aan de Strijenlaan. |
1963 | Protestantse kleuterschool in de Brandestraat verhuist naar houten gebouwtje aan de Mauritsweg en krijgt de naam De Springplank. |
1979 | Opening nieuw scholencomplex van De Biekorf (neutraal) en Het Schrijverke (katholiek) aan de Elisabethstraat ter vervanging van de lagere en kleuterscholen in de stad. |